Wetenschap en industrie bundelen krachten
Hey-research_site

Dankzij inspanningen van Frans Rasenberg gaat een groep fabrikanten van luchtbehandelingssystemen samen met wetenschappelijk onderzoekers aan de slag om hun producten te verbeteren. Het doel is een eind te maken aan de al jaren durende stroom van klachten over het binnenklimaat, met name in scholen.

Het slechte binnenmilieu in klaslokalen is een groot probleem. Door te hoge temperaturen, vervuilde lucht en een slechte vochtbalans heerst er een klimaat waarin het lastig is om een hele dag geconcentreerd te werken. Er zijn ook gezondheidsrisico’s, want in zo’n omgeving kunnen virussen zich gemakkelijk verspreiden. Bij mensen met astma of een allergie komt het regelmatig voor dat hun klachten in een schoolgebouw verergeren.

Deze problemen kunnen worden verholpen met een luchtbehandelingssysteem. In de afgelopen jaren zijn er in honderden scholen dergelijke ventilatiesystemen aangelegd. Toch leidt dat in veel gevallen niet tot de verwachte verbetering van het binnenmilieu. Soms maken de systemen lawaai, er ontstaat tocht en de luchtkwaliteit verbetert niet of nauwelijks. Er zijn zelfs scholen waar de geluidsoverlast of het energieverbruik van de ventilatiesystemen zo groot is, dat de schooldirectie ze uitschakelt.

Kennisachterstand

Stichting OPTI-School doet onderzoek naar de kwaliteit van de leeromgeving in schoolgebouwen. Als referentieniveau worden de richtlijnen in het Kwaliteitskader Onderwijshuisvesting van Ruimte-OK gehanteerd. Frans Rasenberg, als adviseur verbonden aan diverse kennis- en onderzoeksinstituten, geeft leiding aan een groep wetenschappelijk onderzoekers, die zich bezighoudt met R&D-projecten op het gebied van binnenklimaat en energieprestaties. OPTI-School heeft in de afgelopen jaren op tientallen scholen onderzoek gedaan.

Een algemene conclusie van dat onderzoek is dat de luchtbehandelingssystemen in veel gevallen niet voldoen aan de verwachtingen van de gebruikers. De oorzaken daarvan zijn divers. Vaak zijn er fouten gemaakt bij de uitvraag, het ontwerp en aanleg van de systemen. Aan- en afvoerkanalen ontbreken of zijn foutief aangesloten, roosters zitten op de verkeerde plaats, de systemen zijn niet goed ingeregeld of de sensoren die de systemen aansturen functioneren niet goed. Ook komt het voor dat de systemen te krap bemeten zijn of door de gebruiker lastig te bedienen zijn. Onvoldoende begeleiding na de oplevering kan ertoe leiden dat de filters verstopt raken.

Deze problemen worden met name veroorzaakt doordat leveranciers te weinig aandacht hebben voor het probleem van de klant, zegt Rasenberg. Die klant wil op zijn beurt zo goedkoop mogelijk uit zijn. Het gevolg is dat in de installatiebranche heel sterk wordt gestuurd op prijs. Men werkt met kengetallen die te optimistisch zijn en elke gelegenheid om goedkoper te werken wordt aangegrepen. Dan kun je er op wachten dat er fouten worden gemaakt en dat producten niet goed functioneren. “Uit ons onderzoek blijkt dat er veel rommel wordt verkocht. Het gebrek aan kennis van ventilatiesystemen in de branche begint alarmerende vormen aan te nemen. Vergeleken met de landen om ons heen heeft Nederland inmiddels een grote achterstand.”

Krachten bundelen

Schooldirecteuren die zich met hun klachten over de installatie tot de leveranciers wenden komen voor een dichte deur. De meeste installateurs zijn niet of alleen voor veel geld bereid om langs te komen en meestal worden de problemen dan nog niet opgelost. “Klanten hebben daar schoon genoeg van, maar zij kunnen geen kant op. Met grote regelmaat krijgen wij als onderzoekers de vraag of we als intermediair willen optreden tussen de school en de installateur.”

De fabrikanten van de luchtbehandelingssystemen zijn zich wel bewust van die situatie, maar ook zij zijn tamelijk machteloos. Bij hen werken ingenieurs die wel voldoende kennis van zaken hebben en weten hoe de systemen moeten worden aangelegd. Maar een fabrikant heeft geen controle over de keten van leveranciers, installateurs en onderaannemers die bij een nieuwbouw of renovatieproject betrokken is, dus hij kan niet afdwingen dat al die bedrijven zich houden aan zijn installatievoorschriften. En de concurrentie is moordend. Als een fabrikant te lastig is krijgt een concurrent de opdracht.

Praktijkonderzoek

Op zoek naar een oplossing heeft Frans Rasenberg het initiatief genomen om een aantal grote fabrikanten te benaderen met het voorstel om samen te werken aan de ontwikkeling van nieuwe producten. “Wij als onderzoekers constateren dat de problemen met het binnenmilieu door de installateurs niet worden opgelost. Door als wetenschappers en fabrikanten onze krachten te bundelen kunnen wij oplossingen op een hoger level implementeren.”

Rasenberg verwacht dat uitwisseling van het wetenschappelijke praktijkonderzoek van OPTI-school met de expertise van de hoog opgeleide ingenieurs van de fabrikanten zal leiden tot nieuwe, betere producten. Het is volgens hem de enige manier om succesvol te innoveren. “Wij constateren een probleem van een klant in een praktijksituatie en laten zien waardoor dat wordt veroorzaakt. Vervolgens gaan we samen met de ingenieurs naar een oplossing zoeken. Als je dat met elkaar een aantal keren hebt gedaan moet dat uiteindelijk leiden tot betere producten.”

196