Callcenter investeert in betere werkomgeving
DSC_0233s2

Bij Takeaway.com in Enschede is het binnenklimaat spectaculair verbeterd dankzij aanpassing en uitbreiding van de bestaande klimaatinstallatie. Marlou Meulman, facilitair manager: “Een prettig werkklimaat heeft voor ons een hoge prioriteit. Het is nog niet optimaal, maar het wordt steeds beter.”

Het zwaar beschadigde Brouwhuis van bierfabrikant Grolsch in Enschede is na de vuurwerkramp omgebouwd tot een multifunctioneel gebouw. Er zijn winkels, appartementen en kantoorruimtes. Sinds eind 2012 heeft het van origine Enschedese online food order platform Takeway.com er een aantal afdelingen gevestigd, waaronder een callcenter.

Takeaway.com is actief in 10 Europese landen en Vietnam. In 2017 werden meer dan 68 miljoen bestellingen voor 33.000 restaurants verwerkt. In Nederland is het bedrijf bekend als Thuisbezorgd.nl. Verdeeld over twee verdiepingen zijn er de hele dag en avond ongeveer 100-150 van de in totaal 300 werknemers tegelijk aan het werk.

Behoefte aan expertise

Vanaf het begin waren er problemen met het binnenklimaat. Met temperaturen van 25 – 27 graden was het te warm en werknemers klaagden over hoofdpijn en vermoeidheid, zegt Marlou. “De installatie was niet in staat om de mensen een fijn gevoel te geven. Sindsdien zijn we aan het kijken wat er aan gedaan kan worden.”

Eerst is de bestaande installatie onder de loep genomen. De partijen die betrokken waren bij de bouw en het onderhoud hebben talloze keren bij elkaar gezeten om te overleggen waar het probleem zat. Maar toen dat na twee jaar niet genoeg opleverde werd besloten om specialisten van OPTI-school en wetenschapper binnenmilieu Frans Rasenberg in te schakelen.

Out-of-the-box

Bij het oplossen van binnenmilieuproblemen zijn traditionele bedrijven geneigd om alleen naar de bestaande installaties te kijken. Frans Rasenberg redeneert vanuit het einddoel (een goed binnenmilieu) en zoekt naar oplossingen om dat te realiseren. Marlou: “Dat is heel verfrissend. Frans kijkt of de bestaande installatie kan worden verbeterd door onderdelen te vernieuwen en door dingen toe te voegen. Hij laat zich niet tegenhouden door de beperkingen van de huidige systemen.”

Die manier van redeneren leverde snel succes op. Eerst zijn de standaardfilters in het ventilatiesysteem vervangen door biofilters. Die halen kleine stofdeeltjes (fijnstof) en schadelijke stoffen uit de lucht. Tegelijk zijn de roosters waarmee de lucht het kantoor in wordt geblazen vervangen door een nieuw type dat de lucht beter en tochtvrij verdeelt. De uitgeblazen lucht is nu schoon en de hoofdpijnklachten bij de medewerkers zijn zo goed als verdwenen. Ferdie van de Winkel, OPTI-school: “Dit is een eenvoudige en goedkope oplossing, maar wel heel belangrijk. Want we hebben aangetoond dat zuivere lucht bereikbaar is voor kantoren waar een recirculatiesysteem met warmtewisselaar is geïnstalleerd.”

Verse buitenlucht

Doordat er bij Takeaway.com zoveel mensen tegelijk in de kantoren werken is er ook behoefte aan voldoende verse lucht. Daarom is het ventilatiesysteem op een andere verdieping op initiatief van Frans Rasenberg uitgebreid. Onder leiding van projectleider Harry Hagen van Kropman Services zijn er voorzieningen getroffen om verse buitenlucht te vermengen met de lucht in het recirculatiesysteem. Tegelijk wordt de koeling van de lucht goed geregeld. Vergeleken met de eerdere aanpassingen levert dat opnieuw een spectaculaire verbetering van de situatie op.

Hagen denkt dat deze oplossing geschikt is voor veel andere kantooromgevingen. “Het principe leent zich uitstekend voor een gebouw in een bestaande situatie, waar je beperkte mogelijkheden hebt om verse buitenlucht naar binnen te halen.”

Stapje voor stapje

Het proces om tot een goed binnenklimaat te komen is ingewikkeld en tijdrovend. Er zijn veel partijen bij betrokken en sommigen hebben moeite met out-of-the-box denken. Marlou: “Iedereen die in de projectgroep zit staat nu volledig achter deze benadering. Het gaat stapje voor stapje. We zijn er nog niet helemaal, maar dat is niet erg. Als er maar vooruitgang is.”

Bron: Duurzaam Gebouwd

193