Vrijdagborrel als inspiratie
vrijdagborrel

Ooit werd er bij projecten aan het eind van de werkweek geborreld. Dat informele overleg tussen medewerkers van verschillende bedrijven was de smeerolie in het bouwproces. Er werd kennis gedeeld en ervaring uitgewisseld. Die traditie moet in ere worden hersteld, want zonder kennisdeling komen we niet verder, vindt wetenschapper Frans Rasenberg.

Voor het oplossen van ingewikkelde technische problemen kijkt iedereen naar de grote bedrijven. Daar zit kennis en zullen ze wel weten ze wel hoe het zit, is de veronderstelling. Dat is niet zo, zegt Rasenberg. Grote bedrijven werken volgens een vast stramien. Ze doen steeds hetzelfde trucje, zo snel en zo goedkoop mogelijk. Innovatie wordt niet gestimuleerd en als er een probleem opgelost moet worden handelt men dat intern af. Hulp van buitenaf wordt niet toegelaten.

Natuurlijk kijken bedrijven wel om zich heen op zoek naar samenwerking. Maar alleen met het doel om slimme mensen met goeie ideeën te kunnen inlijven. Open samenwerking met andere organisaties komt hoegenaamd niet voor. Bij de meeste multinationals mag alleen intern kennis wordt gedeeld. Ze varen blind op hun eigen R & D afdeling en weigeren met externe organisaties samen te werken, zelfs als dat betekent dat ze grote opdrachten mislopen.

Succes delen is leuker

Om verder te komen is het noodzakelijk om te delen met andere bedrijven, samen te investeren, nieuwe ideeën te accepteren en met verschillende specialisten te werken. Want je valt pas op als je uniek bent. Creëer een denktank, leg alle problemen op tafel en los het samen op. Kennisdelen is een continu proces; zodra je stopt verval je meteen weer in die passieve trend.

Het is voor bedrijven een ingewikkelde stap om hun problemen met anderen te bespreken. Allereerst moeten ze toegeven dat ze iets niet weten. Het vraagt de eerste keer veel durf om een probleem op tafel te leggen. Maar het is de enige manier om verder te komen. “Angst om de grip kwijt te raken als je gaat samenwerken is ongegrond. Maar daar kom je pas achter als je die angst los laat. En dan ontdek je ook, dat het veel leuker is om samen succesvol te zijn.”

Pioniers moet je koesteren

In Nederland is heel veel kennis voorhanden. De meeste mensen die kennis hebben zijn kleine zelfstandigen of werken bij universiteiten. Vooral die kleine zelfstandige specialisten zijn zeer gedreven en ontwikkelen bijzondere producten. Maar ook buitenstaanders, mensen die niet uit een specifiek vakgebied komen, zorgen voor verrassingen. Zij hebben een frisse blik en komen ze met ideeën waar specialisten helemaal niet bij stil staan. “Deze mensen van buiten het vakgebied moeten ook de gelegenheid krijgen om mee te denken.”

Vanuit die context ziet Rasenberg met het verdwijnen van de vrijdagmiddagborrel de mogelijkheden om informeel kennis te delen teruglopen. “Met alle medewerkers die bij een project betrokken zijn iets drinken, een uurtje samen kletsen over wat er wel en niet goed is gegaan. Dat wij-gevoel en die saamhorigheid zijn een geweldige stimulans voor het ontstaan van nieuwe ideeën en slimme oplossingen.” Rasenberg vindt dat die vrijdagmiddagborrel terug moet komen. Wat hem betreft mag dat best punten opleveren voor een duurzaamheidscertificaat.

'Wij 2016'

In Nederland hebben wetenschappers nog bergen werk liggen, waaronder opdrachten om problemen op te lossen waar het bedrijfsleven door tijdgebrek niet aan toe komt. Hoewel er veel waardering is voor hun werk lijkt niemand te beseffen dat wetenschappelijke onderzoekers daarvoor financiële middelen nodig hebben. Universiteiten moeten alle registers open zetten om hun onderzoek gefinancierd te krijgen.

Kleine zelfstandige onderzoekers hebben daar geen tijd voor. Zij ervaren de vergadercultuur en de juridische rompslomp bij de bedrijven – hun opdrachtgevers – als een onneembare horde en laten daardoor opdrachten schieten. “Soms kost het ruim een jaar voordat een beslissing valt of er financiering is voor onderzoek. Daar kun je als kleine zelfstandige niet op wachten.”

Los van de financieringsproblematiek ziet Rasenberg in, dat hij zelf ook meer kennis moet delen om verder te komen. Onder het motto 'Wij 2016, samen gaan we de problemen oplossen' heeft hij een convenant gesloten met de TU Eindhoven. Dat convenant geeft hem de vrijheid om onderzoek te doen en kennis te delen met studenten en met bedrijven die daarvoor open staan. “Het gevoel van saamhorigheid van de vrijdagmiddagborrel kan ik daarmee weer een beetje terugbrengen.”

193