Aandacht voor details
Bkern_nwplaten

Van een nieuwe auto verwacht je dat alles goed functioneert, tot in het kleinste detail. Als het geluidssysteem slecht klinkt ga je terug naar de dealer. Als die het euvel niet kan verhelpen krijg je een andere nieuwe auto. Bij een gebouw kan dat niet, want dat wordt op maat gemaakt.

Praktijktest essentieel

Bij de ontwikkeling van een nieuw model auto wordt aan elk detail enorm veel aandacht besteed. De veiligheid, het comfort, de beleving, etc. Prototypes worden uitgebreid in de praktijk getest. Pas als er een perfect product staat wordt het op de markt gebracht. Door dat proces, dat jaren duurt, is het risico van een ontwerpfout bij een auto erg klein.

Aan het ontwerp (of de renovatie) van een gebouw wordt ook veel aandacht besteed. Maar het testen van een prototype van een gebouw in de praktijk is niet mogelijk. Het prototype is immers het eindproduct. Het is daardoor nooit perfect en er zullen altijd ontwerpfouten voorkomen. De meeste van die fouten worden tijdens de bouw ontdekt en opgelost. Fouten in de installaties en het klimaatsysteem komen pas na de oplevering aan het licht. Dan is het te laat om ingrijpende bouwkundige maatregelen te nemen en kan er hooguit wat worden aangepast met het besturingssysteem.

Betonkernactivering

Ontwerpfouten in klimaatinstallaties worden veroorzaakt door een combinatie van gebrek aan kennis  en door langs elkaar heen werkende partijen. Dat bleek onder anderen bij onderzoek in een gebouw waar het klimaat geregeld wordt op basis van betonkernactivering. Dat is een principe waarbij de temperatuur in het gebouw wordt geregeld met de betonnen platen tussen de verdiepingen. De lucht uit het ventilatiesysteem die het gebouw in wordt geblazen, loopt via die warme of koude betonnen platen. De temperatuur van het beton is afhankelijk van het seizoen.

Hoewel de gedachte achter het principe van betonkernactivering helemaal niet verkeerd is, werkt het in de praktijk niet goed. De mensen in het gebouw hebben last van tocht, de ruimtes zijn niet goed warm te krijgen en er zijn veel oog- en keelklachten. Wijziging van de instellingen van het klimaatsysteem hebben weinig tot geen effect.

Foto1: Een nieuw ontwikkeld rooster zorgt voor een goede doorstroming van de lucht.

Onderzoek van Rasenberg Instruments met hoogwaardige meetapparatuur bewijst dat het binnenklimaat inderdaad niet aan de gestelde eisen voldoet. Er zijn te hoge concentraties vluchtige organische stoffen (TVOC) gemeten. Naast deze luchtvervuiling is er een te lage luchtvochtigheid en de temperatuurverschillen in de ruimtes zijn te groot. Die problemen zijn voornamelijk te wijten aan een slecht gekozen wijze van luchttoevoer en luchtafvoer. Die hebben als gevolg dat de ventilatielucht onvoldoende kan mengen met de overige luchtlagen.

Relatief simpele oplossing

Om de problemen op te lossen is het toevoerrooster vervangen. Omdat in de markt verkrijgbare roosters niet in staat zijn de specifieke problemen in dit gebouw op te lossen, heeft Frans Rasenberg in samenwerking met de Halton B.V. een nieuw rooster ontwikkeld. Dat heeft vier nozzles (foto 1). Door een combinatie van de inblaassnelheid van de lucht en de stand van de nozzels komt de lucht in de hele ruimte in beweging en kan via het afvoerrooster worden afgevoerd. Om de warmteoverdracht tussen het beton en de ruimte te verbeteren zijn de plafondplaten uit het plafondeiland verwijderd (foto 2). In een later stadium zijn nieuwe designplaten geplaatst (foto boven), waarmee wel voldoende warmteoverdracht plaats vindt.

Foto 2: Zonder plafondplaten is er een betere warmteoverdracht.

Door deze maatregelen is de doorstroming sterk verbeterd. De lucht is 35% minder vervuild en de temperatuur een stuk aangenamer. De gebruikers van de ruimte bevestigen dat: ze hebben veel minder last van tocht en te lage temperaturen.

De lucht is nog wel steeds te droog. Dat kan verbeterd worden door meer planten in de ruimte te zetten. Om het binnenmilieu helemaal optimaal te krijgen zijn ook aanpassingen van de installaties nodig.

Wetenschap en praktijk

Het komt veel vaker voor dat klimaatsystemen slecht functioneren doordat er te weinig aandacht is voor details, zoals de doorstroming van de ruimtes. Door wetenschappelijke kennis in te zetten en praktisch toe te passen is met relatief eenvoudige middelen al veel resultaat te bereiken. De gebruikers van de gebouwen zijn dan in ieder geval voorlopig geholpen. En wie weet, misschien is die praktijkervaring ook nuttig bij toekomstige projecten. Want in dat opzicht kan de installatiebranche nog wel wat leren van de autobranche.

193